Een mulle ondergrond zorgde voor zware passages rondom Norg en het peloton sloeg dan ook al snel na de start uiteen in kleine groepjes. Vooraan ontstond een vijf man sterke kopgroep met Jasper Ockeloen, Tim Smeenge, Thom Bonder, Pim Funken en Lennart van Houwelingen. Bonder had met pech af te rekenen en Smeenge en Ockeloen reden weg bij Funken en van Houwelingen maar de verschillen bleven klein en alles kwam even later weer samen voor de bulten bij Kloosterveen. Bij de korte beklimmingen van deze bulten schudde Smeenge stevig aan de boom, had een klein gaatje, maar Ockeloen wist het gat dichten met Bonder in zijn wiel.
Vanaf dat moment waren het alleen nog maar snelle paden naar de finish en konden de mannen zich op een sprint gaan voor bereiden. Ockeloen had duidelijk de snelste benen na 100 kilometer en Smeenge wist Bonder in de laatste meters nog te passeren om zo als tweede te eindigen.