Zwiehoff verder op de weg bij Bora

De in Essen geboren Duitser is in het wegwielrennen vooralsnog een onbeschreven blad. Dat is niet gek, want tot dit jaar was hij vooral mountainbiker. Hoewel Zwiehoff in die discipline niet tot de wereldtop behoorde, was hij voor de Duitse selectie wel een vaste waarde. Dat leverde hem in 2015 de Europese titel in het onderdeel de Team Relay op.

Ondanks die prestatie besefte Zwiehoff dat hij met zijn lengte van 1,81 meter en gewicht van 61 kilo nooit tot de top zou behoren in het mountainbiken. Daar mist hij simpelweg de explosiviteit voor. Zwiehoff dacht steeds meer aan een mogelijke overstap naar de weg. ‘Op een gegeven moment realiseerde ik me dat ik met mijn klimtalent misschien meer zou kunnen bereiken op de weg’, vertelt hij in een interview met Radsport-news. Na een trainingskamp met vrienden in de winter van 2017/2018 kreeg die ambitie langzamerhand vorm. Zijn vrienden hadden namelijk contacten in het wegwielrennen en dat leidde er uiteindelijk toe dat de trainingsgegevens van Zwiehoff bij de teammanager van BORA-hansgrohe, Raphael Denk, terechtkwamen. Denk speelde de data vervolgens weer door naar trainer Dan Lorang.

De interesse was bij Lorang snel gewekt, waarna hij een afspraak maakte met Zwiehoff. Het gesprek verliep prima en hij ontving een uitnodiging voor een trainingskamp met de ploeg in Mallorca eind 2019. Daar gaf hij gelijk zijn visitekaartje af. ‘Hij maakte daar een zeer sterke indruk’, liet Buchmann tijdens de eerste rustdag van de Tour (2020) weten aan Radsport-news.

Het plan voor 2020 was dat Zwiehoff nog op de mountainbike zou deelnemen aan de Olympische Spelen om vervolgens als stagiair aan de slag te gaan bij BORA-hansgrohe. Door de ontwikkelingen van het coronavirus liep dat plan vanzelfsprekend in de soep. Met geen Spelen en geen stage moest Zwiehoff op een andere manier indruk zien te maken. De virtuele wieler-Bundseliga bood uitkomst. Zwiehoff maakte indruk door als tweede te finishen op de Alpe Du Zwift, achter roeier en wereldkampoen eRacing Jason Osborne. Hoewel hij niet won, maakte Zwiehoff met een gemiddeld vermogen van 5,9 watt per kilogram wel weer de nodige indruk, en dit keer niet alleen bij BORA.

Bij BORA hebben ze hoge verwachtingen van Zwiehoff. ‘Ben maakt al jaren deel uit van het nationale MTB-team en heeft daar altijd successen gevierd, maar misschien mist hij daar een beetje explosiviteit. Op de weg, vooral in de bergen, zien we enorme kansen’, aldus Denk over zijn nieuwe aanwinst. De ex-mountainbiker weet echter dat het trappen van hoge waardes bij een test heel wat anders is dan een goede wegwielrenner zijn. ‘Ik moet nu mijn superwaardes vertalen naar de weg’, toont hij zich in gesprek met het Duitse WAZ bewust over de nog te nemen stappen. Hij zal vooral moeten wennen aan het rijden in een groot peloton, want Zwiehoff zijn ervaring op de weg is zeer gering. Zo deed hij vorig seizoen mee aan de Poolse rittenkoers Dookola Mazowsza, wat tot op heden zijn enige deelname aan een UCI-koers was.

Waar Zwiehoff net als zoveel wielrenners droomt van deelname aan de Tour de France, zit dat er voor dit jaar nog niet in. Desalniettemin lijkt BORA hem niet rustig te brengen, maar gelijk in het diepe te gooien. Zo staat hij in ieder geval op de voorlopige planning om aan de UAE Tour deel te nemen, waar de aankomsten bergop op de Jebel-Hafeet en de Jebel Jais alvast een mogelijk indicatie kunnen geven van zijn niveau.

En in mei moet met de Giro d’Italia het hoogtepunt van het jaar volgen. Daar moeten Zwiehoff zijn superwaardes Emanuel Buchmann helpen aan het podium. Het vooruitzicht van een mogelijke aankomst op de mythische en monsterlijk steile Monte Zoncolan zou Zwiehoff alvast in zijn handen moeten doen wrijven.

Bron: Indeleiderstrui.nl

Foto: Waz.de